DE BOLLEDOMUS IS JARIG: 100 JAAR!!!
27 april 1914 -27 april 2014
op
Koningsdag!
LINK NAAR BESTAND 100 JAAR BOLLEDOMUS
AL RUIM 40 JAAR ZIJN WIJ DE TROTSE SCHIPPPERS VAN DE BOLLEDOMUS EN SINDSDIEN HOUDEN WIJ HET SCHIP, MET VÉÉL ONDERHOUD,
ZO GOED EN KLEURIG MOGELIJK IN DE VAART.
DIT NOODZAKELIJKE ONDERHOUD IS ERG KOSTBAAR EN U KUNT ONS HIERBIJ HELPEN DOOR
ALS VERJAARDAGSCADEU
(AL OF NIET IN EEN ENVELOPPE) EEN FINANCIËLE BIJDRAGE IN DE BRIEVENBUS TE DEPONEREN, OF EEN GIFT OVER TE MAKEN OP BANKREKENING
NL10 INGB 0670420190
Herman en Géa Boiten
GESCHIEDENIS
Het schip werd gebouwd in 1914 bij scheepswerf "De Boer"
in Oude Pekela. Het schip van het type Groninger Boltjalk kreeg
bij de tewaterlating op 27 april 1914 de naam: HOOP OP
ZEGEN.
De eerste schippers waren Jan en Bonje Duursma. Nog binnen het jaar, op 20 januari 1915, werd hun eerste zoon Harm Duursma geboren, twee jaar later gevolgd door de tweede zoon, Henk Duursma. Harm Duursma trouwde met Gré en op 04 april 1940 werd hun dochter Margaretha (Greetje) geboren. Harm en Gré Duursma zijn met hun dochters Greetje en Bonnie in 1953 geëmigreerd naar Canada. Harm, inmiddels weduwnaar, is nu 96 jaar en nog heel gezond. Greetje woont nu in de buurt van Vancouver. Henk is in 2006 overleden.
Van 1914 tot 1927 voer het schip als zeilschip in de Noord-Nederlandse
wateren als vrachtschip.
Op 22 februari
1927 werd het schip aangekocht door Hendrik ten Cate. Deze schipper
plaatste in het schip een Deutz Dieselmotor van 24 PK en herdoopte
het schip met de naam AMBULANT. Het schip werd in
het hypothekenkantoor ingeschreven onder het nummer 27 B WINSCH 1927.
Op 24 maart
1937 werd het schip eigendom van Berend Lubbers en bleef onder de
naam AMBULANT varen.
Op 28 oktober
1948 kocht Alexander Viswat het schip en veranderde de scheepsnaam
in BERENDIENA. Dit duurde slechts 3 maanden toen
Alle Ouwerkerk op 29 januari 1949 het schip van Viswat overnam en
de oude naam AMBULANT aan het schip teruggaf. In
1953 werd door schipper Ouwerkerk de denning van het schip verhoogd,
de roef en stuurhut vernieuwd en de mast en alle zeil-gerei werd verwijderd.
Ouwerkerk bleef schipper/eigenaar tot voorjaar 1961.
Van 1961
tot 1971 volgen de schippers elkaar snel op en wel als volgt:
|
|
|
Van |
|
tot |
schipper |
scheepsnaam |
|
28-03-1961 |
- |
15-09-1965 |
Karst Schuiling |
AMBULANT |
|
15-09-1965 |
- |
28-02-1968 |
Albert Faber |
SIMONA |
|
28-02-1968 |
- |
02-07-1968 |
Jantinus Grave |
VERANDERING |
|
02-07-1968 |
- |
01-03-1971 |
Jacob Nijland |
HILLIE |
|
01-03-1971 |
- |
26-07-1971 |
Berend Grave |
HILLIE |
|
26-07-1971 |
- |
03-02-1972 |
Jan Grave |
HILLIE |
|
03-02-1972 |
- |
21-05-1973 |
Febe van der Werf |
HILLIE |
|
|
|
|
|
|
Dan zijn de snelle wisselingen gelukkig voorbij en worden
wij de trotse eigenaars...
|
|
|
21-05-1973
- HEDEN HERMAN
EN GÉA , SCHIPPERS VAN DE " BOLLEDOMUS".
Het schip
lag tijdens de aankoop op de werf Serveer te Coevorden, waar het nodige
onderhoud werd gedaan.Vanaf juli van dat jaar gingen wij op het schip
wonen en namen ligplaats in de stad Groningen in de Noorderhaven.
In Augustus wilden we een weekendje de stad uit en we voeren naar
de Hoornsedijk net over de grens van de gemeente Groningen
in Haren .
|
...
|
|
Het weekendje
werden echter 4 prachtige jaren, tot het Meerschap in het najaar van
1976 roet in het eten gooide. Na een maandenlange strijd besloten
wij om ons heerlijke leven op het schip niet langer te laten verpesten
door allerlei obstructies. We namen in januari 1977 afscheid van deze
heerlijke plek en voeren naar Leek, waar wij ligplaats vonden aan
de Bosweg. In de zomer verfden we het schip in prachtige kleuren
bruin,
rood, geel
en oranje. Het stadsleven
in Groningen trok echter toch teveel en in oktober van dat jaar vertrokken
wij weer naar Groningen, ditmaal aan de Spilsluizen. Hier werd op
20 oktober 1997 de nieuwe naam van het schip “BOLLEDOMUS”
vastgelegd. De oude Bussing motor in het schip begaf het vervolgens
en moest worden vervangen.
In Maart 1978 worden we voor onderhoud naar de werf Wolthuis in Sappemeer
gesleept, waar op de Vrijdag voor Pasen, wegens onoplettendheid van
de lassers, tijdens laswerkzaamheden, brand ontstond. Het
gehele voorschip brandde uit.
|
|
|
|
Alles wat we tot dan toe hadden ingetimmerd in het schip ging verloren,
evenals onze complete garderobe en het andere huisraad. Even hebben
we overwogen van het schip te gaan omdat we weer helemaal opnieuw
moesten beginnen, maar na de eerste schrik besluiten we toch om weer
door te gaan. We laten ons naar het Oude Winschoterdiep in Groningen
slepen om opnieuw te beginnen het schip te betimmeren met de middelen
die we nog hadden.
|
|
|
Tevens
werd hier een gereviseerde DAF-motor in het schip geplaatst. Als het
schip dan weer “vaarklaar”is varen we op 13 juli 1979
naar De Punt waar bij watersportbedrijf Beuving een nieuwe schroef
wordt gemonteerd, die bij het nieuwe motorvermogen past.
We blijven dan een heerlijke schaatswinter over in De Punt en varen
in het voorjaar van 1980 terug naar Groningen. Deze keer vinden we
ligplaats aan het Winschoterdiep, achter de Oosterpoort.
|
|
|
In de
dan komende jaren beginnen wij onze opleiding Gestalttherapie en doen
allerlei workshops in persoonlijke groei en nemen dan niet te veel
tijd meer voor de verdere afbouw van het schip. Het hoognodige onderhoud
en de werfbeurten aan het schip wordt wel gedaan maar we zijn zo druk
met onze persoonlijke ontwikkeling dat het schip op de tweede plaats
komt. Herman :”Ik groei zo hard, dat het schip me onder de kont
wegrot”!
In 1986
zijn we dan eindelijk klaar met onze opleiding en we beginnen aan
een duet: “Gaan we trouwen of niet?” In juni 1986 is dan
de kogel door de kerk en staan we op 3 juni 1986 met onze familie
en vrienden in het oude Kerkje van Oostum om elkaar het Ja-woord te
geven. Een huwelijksreis van drie maanden volgt, door Duitsland, Oostenrijk,
(toenmalig) Joegoslavië, Griekenland, Italië, Frankrijk,
België en terug naar Nederland.
Terug in Nederland besluiten we in september 1986 onze praktijk voor
Gestalttherapie te beginnen. We kunnen van de heer L.H.Timmer te Groningen
een prachtige praktijkruimte huren aan de Ubbo Emmiussingel 19. Dan
wordt door onze meteen al drukke praktijk, onze woonruimte op het
schip, met petroleumlampen
en houtkachel, toch
te primitief en weer overwogen we: “Willen we dit nog langer?”
|
|
|
Ook
dit maal weer won onze liefde voor het oude scheepje en we besloten
tot een ingrijpende verbouwing, die we, nu voor de eerste keer, lieten
uitvoeren. Maanden van chaos volgden, waarin we avond na avond, tot
soms diep in de nacht de puinhopen op moesten ruimen, die de werklui
achterlieten.Toen waren bij ons de rapen gaar en we schopten de timmerlieden
van boord. Met een andere timmerman gingen we verder. In het voorjaar
van 1987 kwam de verbouwing eindelijk klaar en hadden we voor het
eerst in ons schippersleven, centrale verwarming, elektriciteit en
andere voor ons toen heerlijke luxe.
|
|
Zelfs onze tandenborstel werd elektrisch. In de zomer die volgde werd
het schip aan de buitenkant opnieuw helemaal geschilderd, nu in de
kleuren ivoorwit en aquamarijn.
In de dan komende 10 jaren werken we hard in onze praktijk en varen
regelmatig zomers door Friesland, Drenthe, het Opsterland, de
Achterhoek, de IJssel, de Vecht, de Randmeren enzovoort.
|
|
|
In
1995 begint dan de reconstructie van de weg door de Oosterpoort, er
komt een nieuwe brug, vlak achter ons schip en wij komen dan geisoleerd
te liggen. We maken bezwaar bij de gemeente Groningen, varen dan een
tijd de stad uit en we als in het najaar terugkomen, nemen we ligplaats
aan de Trompkade.
|
|
|
Dan
begeeft ook onze DAF-motor het en besluiten we een nieuwe Solé-motor
in het schip te laten plaatsen. In dezelfde tijd begint een strijd
met de gemeente Groningen over de ligplaats hier. Vergunningen aanvragen,
dreigbrieven, dwangbevelen en -sommen houden ons bezig tot de zomer
van 1996. Dan komt uiteindelijk het verlossende bericht dat we een
vaste ligplaats kunnen krijgen aan de Hoornsedijk en in augustus
1996 komen we dan eindelijk aan op onze nieuwe en dierbare plek aan
de Hoornsedijk 1012.
|
|
|
In
deze heerlijke omgeving komt er dan een railing rond het schip en
het mastdek en laten we het schip opnieuw schilderen in prachtig
rood, blauw,
oranje en ivoor.
En zo, prachtig in de kleuren, varen we in de zomer van 1997 via de
IJssel, Waal en Maas naar Noord-Frankrijk.
|
|
|
Een prachtige
tocht die ons brengt tot Charleville. Als we dan terug varen en langs
de ingang van het Canal de l’Est komen, weten we het zeker:
We komen hier terug en varen dan door naar het Zuiden………………
In 1999
blijkt bij een werfbeurt dat de kimmen van het schip moeten worden
vernieuwd en dat betekent dat de hele binnenbetimmering van het schip
moet worden verwijderd. We laten in 2000 een nieuwe bronzen schroef
onder het schip monteren en beginnen met Robert Uenk besprekingen
over, naar we hopen, de definitieve inbouw van het schip.
|
|
|
In de
zomer van 2001 gaan we dan naar de werf Welgelegen in Leeuwarden,
waar de reparatie aan de kimmen wordt gedaan. Hierna wordt het schip
afgemeerd in het Eemskanaal en kan de grote verbouwing beginnen. En
weer wordt de buitenkant geschilderd. Nu in geel,
paars, rood
en aquamarijn In oktober
van dat jaar kunnen we weer aan boord en varen met ons “nieuwe”
schip terug naar de Hoornse dijk.
In het voorjaar van 2002 zwerven we op een reisje met de auto door
Noord-Frankrijk en ontdekken we opnieuw de schoonheid van de Franse
kanalen. Een oude wens wordt weer helemaal klaarwakker en, terug in
Nederland, kunnen we er niet meer van slapen. Dan valt de beslissing:
WE GAAN
ONZE DROOMREIS
NAAR FRANKRIJK MAKEN!!!
In april
2004 sluiten we onze praktijk in Groningen en varen dan in juni 2004
voor een aantal jaren naar Zuid-Frankrijk.
Vrijwel
onmiddellijk begint dan de voorbereiding waarvan we op dit moment
nog lang niet kunnen overzien, wat er allemaal nog moet gebeuren voor
we de trossen los kunnen gooien. Maar,
ONZE
REIS IS AL BEGONNEN……………..
|
|
|
|